Nachtmonologen – Ellen ten Damme

Ellen ten Damme is als Pippi Langkous. ‘Ik heb het nog nooit gedaan dus ik denk dat ik het wel kan.’ Ze is zangeres, actrice en circusartiest, maar wat bijna niemand weet: ook nachtmatroos. Van haar eigen schip, welteverstaan. Een huis op het water met ronde kajuitramen en bomvol instrumenten. Een thuis waar ze regelmatig ná middernacht ronddwaalt. Om nieuwe nummers te schrijven, maar ook onverwachte bezoekers te ontvangen.

Goh, wat gezellig


‘Het was het voorjaar van 2015. Een heel weekend was ik van huis geweest. Terug van een nachtelijk optreden parkeerden mijn manager en ik de auto voor de deur. We waren aan het suffen, moesten nog alles uitladen. Ik keek naar het dak van mijn boot en dacht: goh, wat gezellig. Er komt rook uit mijn schoorsteen. Eenmaal over de drempel ontdekte ik een kleedje bij de ingang. Hey, wat grappig, dacht ik. Dat hebben mijn vrienden daar vast neergelegd. Soms logeren ze in mijn stuurhut: een piepkleine ruimte omgetoverd tot bed, volgestouwd met pluchen paarse dekens en kussens.’

Vreemdeling


‘Mijn boot is lang. Ik begon te lopen. Verderop ontdekte ik een teiltje met een paar sokken en een onderbroek erin. Alsof iemand een handwasje had gedaan. En daarnaast een knetterende openhaard. Daar zat hij dan: een vreemdeling. Met een fles wijn en een waterpijp had hij het zich gemakkelijk gemaakt. Het was best een leuke jongen om te zien, maar ik schrok me te pletter. Ik rende meteen weer naar buiten en begon te roepen: HELP, HELP! Gelukkig was mijn manager nog niet weggereden. Hij stormde heel stoer naar binnen en liep linea recta op de jongen af, vatte hem in zijn kraag. De jongen bleek een Fransman. Hij maakte geen enkele aanstalten om te vluchten. Ondertussen belde ik 112, wat een eeuwigheid duurde. En hij? Hij was absoluut niet agressief, relaxt eerder. Hij zei: “You know… this is my boat. I bought it.” We raakten zowaar in gesprek. Hij bleef beweren dat dit zijn eigendom was en vroeg wat wij daar in godsnaam deden.
Toen de politie arriveerde hebben ze mij opgedragen zijn spullen te verzamelen, waarop de Fransman mij aanwijzingen begon te geven: “You have to look over there, don’t forget anything.”

Sporenonderzoek


‘De volgende dag kwam de recherche voor een sporenonderzoek. Het was net een detectivefilm. Ik als onderdeel van mijn eigen Crime Scene InvestigationDoor een reconstructie van vingerafdrukken kwamen we er samen achter wat er was gebeurd. Hij moet mijn boot dagen nauwlettend in de gaten hebben gehouden. Kort voor mijn vertrek waren er reparaties gedaan en hij wist zelfs waar de extra sleutel lag. Later is hij veroordeeld. Ik kreeg nog een papier thuisgestuurd waarin werd gevraagd of ik wilde getuigen. Opmerkelijk blijft dat de show waarmee ik destijds door Nederland tourde THUIS BIJ ELLEN heette. Deze Fransman had dat wel heel letterlijk genomen.’

Van vreemde ontmoetingen, naar nachtelijke productiviteit.


‘Ik schrijf vooral ‘s nachts. Wanneer de wereld stilstaat en ik niet word gebeld. Ik ben heel goed in het grote uitstellen. Altijd mijmeren en denken. Pas na het eten kruip ik achter de piano en doe ik serieus. Ik ga gewoon zitten, dan komt er altijd iets. Of het goed is, dat is de vraag. Ik ben ontzettend kritisch en bijna nooit blij met dat wat ik zelf maak. Veel tevredener ben ik met mijn plaat Berlin. Met nummers van Marlene Dietrich en Nina Hagen. Dat vind ik makkelijker omdat het grotendeels uit andermans nummers bestaat. Die liedjes inspireren op een hele andere manier, dat ligt dan vooral in de arrangementen. Het kost net zoveel tijd daar iets leuks van te maken, maar is minder eng en persoonlijk dan een eigen cd.’

Geloven


‘Vaak denk ik: waarom doe ik dit stomme beroep? Als ik een tijd niet heb opgetreden, zoals vorig jaar toen ik een tweede huis in Frankrijk kocht, komt die gedachte snel in mij op. In Frankrijk heb ik hele avonden luikjes geverfd, in de aarde gewroet. Dat is zo veel lekkerder dan het gestress als artiest. Altijd in het wild en beoordeeld worden, constant iets moeten maken en al die deadlines. Daar word ik helemaal gek van af en toe. Soms vraag ik mij af of ik niet het verkeerde beroep heb gekozen? Ik bedoel, er zijn best veel dingen waar ik goed in ben. Ik zou decors kunnen schilderen, setdresser zijn, of boerin. Het gaat er altijd over hoeveel energie en tijd je ergens in stopt. Als ik mij ergens op toeleg, zoals Pippi Langkous, dan zal het wel lukken. Althans: dat wil ik graag geloven.’

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.