Paradiso 50 jaar. Samen met MY BABY en Ronnie Flex verzorgen jullie de openingsavond van het feestweekend.
Bo: “Een ontzettende eer. Zelf heb ik op het Barlaeus Gymnasium gezeten. Vanaf mijn dertiende keek ik via mijn klaslokalen uit op de ingang van Paradiso. In mijn tussenuren hing ik met vrienden op de kade aan de rechterkant van het gebouw. Het is de plek waar ik mijn eerste joints heb gerookt en wodka heb gedronken. In onze beginjaren werden we ook wel de Barlaeus-schoolband genoemd, maar daar klopte niks van, want ik ben de enige die er op school heeft gezeten.”
Jac: “Onze eerste vinyl single ‘Release’ vond plaats in de kleine zaal. Vanaf dat moment speelden we er ieder jaar. Zes jaar lang traden we op tijdens Felabration, een avond ter ere van Fela Kuti, Godfather van de Afrobeat. Verder hebben we er een albumrelease gehad, deden we Five Days Off, Ticket to the Tropics en vele andere concerten. Ik voel me daarbinnen ontzettend thuis.’

Hoe is Jungle By Night eigenlijk ontstaan?
Sonny: “Voordat Jungle By Night in het leven werd geroepen (2009) hield ik mij al bezig met funk samples. Een vriend gaf mij op mijn verjaardag concertkaartjes voor The Budos Band. Hij had ze net ontdekt op vinyl. Ik vond hun instrumentale muziek ontzettend energiek en vroeg me af waarom er in Nederland niet iets soortgelijks bestond.”
Jac: “We zijn een bij elkaar geraapt zooitje vrienden, broertjes en neefjes. Allemaal crossverbanden. Het is één ding om elkaar te vinden, bij elkaar blijven is een grotere uitdaging. Ons is het gelukt.”

En dat begon allemaal in een kelder?
Sonny: “Op het Prinseneiland heeft mijn vader een analoge studio. Het werd onze eerste repetitieruimte. We kwamen er de eerste vier jaar elk weekend samen. Destijds kon dat tot 04:00 ’s nachts, nu hebben we nieuwe buren, die waarderen dat minder. Wanneer we klaar waren fietsten we naar Pacific Parc op het Westergasterrein. Bo niet, die was pas veertien, hij moest vroeg naar bed.”
Jac: “Ons eerste echte doel was om op te treden tijdens de Aprilfeesten. Grote gezelligheid op de Nieuwmarkt, destijds nog een kleinschalig buurtfeest. We deelden elkaar high fives uit toen we een toezegging kregen. Op de dag zelf speelden we om 17:00u in de kleinste tent. Daar zijn we gescout. Kort daarna stonden we als voorprogramma in de Melkweg.”

Wat zijn jullie eerste herinneringen aan Paradiso?
Sonny: “Ik was elf en met mijn neef op pad. We gingen naar een concert van mijn vader (saxofonist Rinus Groeneveld) in de bovenzaal. Beneden speelden de Fun Loving Criminals. Het rook er enorm naar wiet en er waren mosh pits aan de gang.”
Bo: “Ik stond al eerder in Paradiso met de bigband van de Amsterdamse Muziekschool. Ik zat in een doorstroomafdeling van jazzbands. De avond werd mede mogelijk gemaakt door de bekende Jazz appels uit Australië. Peter Greedy, de baas van onze afdeling, had contact gelegd met het merk om een concert voor ons te organiseren. Ik stond op de aankondigingsposter, had witte kleren aan en engelenvleugeltjes op mijn rug. In mijn hand hield ik een Jazz appel.”

De eerste keer Jungle By Night in Paradiso.
Bo: “Dat was in de kleine zaal. Zelfs mijn oma uit Zweden, toen negentig jaar oud en steunend op haar rollator, was aanwezig. Er hing een intense blijheid, iedereen gunde het ons.”
Jac: “We hadden een show gebouwd met allemaal planten. Ook werd er een leeuwenkop opgehangen. De ouders van Ko (trombonist) zaten in de Dogtroep, een oud muziektheatergezelschap. Zij hadden allerlei spullen in huis die we mochten gebruiken.”
Sonny: “De broer van Ko had voor de singlepresentatie Indonesische maskers meegenomen. In een pak met veren kwam hij op het podium staan. Hij legde de single op een platenspeler en wij begonnen te spelen. Zo leek het of de single door ons werd gespeeld.”

Wat zijn jullie ervaringen binnen Paradiso?
Jac: “De mensen die er werken zijn fantastisch en erg Amsterdams qua attitude. Zeker de eerste keer dat we er optraden, in 2010, dachten ze vast – wat zijn dit voor kinderen? Kees Heus, de programmeur, was ons eerste contact. Hij had via demo-opnames van ons gehoord. Nog voordat we een manager hadden, brachten we samen met het eigen label van Paradiso onze eerste vinyl uit. Zij gaven ons echt de ruimte.”
Sonny: “Ik herinner mij ‘het fruitincident’ aan het begin van onze carrière. In onze kleedkamer was het nogal uit de hand gelopen, fruit uitgesmeerd over de muren. Het jaar erna kregen we geen fruitschaal. We waren daar best van geschrokken.”
Bo: “We maakten het goed door een fruitmandje met kaart langs te brengen. Sindsdien is onze relatie met Paradiso nog beter geworden.”
Jac: “Vorig jaar heb ik zelfs met Mark Minkman (directeur Paradiso) zwaardvis staan bakken op Into the Great Wide Open.”

Is het de zaal, de akoestiek… wat maakt de poptempel zo bijzonder?
Bo: “Het is een combinatie van factoren. Het voelt als een echte kerk met al dat glas. Ook weet je dat alle grote namen er hebben gestaan. Elke keer wanneer we er spelen zijn al onze familieleden en vrienden aanwezig. Net een thuiswedstrijd, maar dan met extra veel druk om te presteren.”
Sonny: “Het is mijn lievelingszaal van alle zalen waar ik ooit heb gespeeld. Wanneer je de soundcheck doet, denk je vaak – “OJEE, dat is wel erg veel galm!”. Wanneer we bezig zijn is dat helemaal verdwenen. Zeker sinds het nieuwe soundsysteem.”
Jac: “Soundchecken in Paradiso is intens. Het geluid klinkt altijd lekker vies. Het galmt, er gebeurt van alles tegelijk. Het feit dat het publiek boven je kan zitten maakt het ook intiemer.”

Wat kunnen we op 29 maart verwachten?
Sonny: “We zijn bezig met wat nieuwe nummers. Op het podium spelen we met een andere energie dan op onze platen. Live is er vaak rauwheid die niet perse werkt op een album. On stage kun je makkelijker versnellen en vertragen, op een plaat kan dat al snel rommelig klinken.”
Jac: “Als je op een festival de afsluiter bent kun je niet veel rustige tracks spelen. Met clubshows en in Paradiso kan het wel.”
Bo: “Men heeft vaak een ander beeld bij wat we maken. Mensen categoriseren ons snel onder Afrikaanse muziek, vooral wanneer ze ons nog nooit live hebben gezien. Toch gaan onze afgelopen drie albums een hele andere kant op, met invloeden uit hiphop, psychedelische 60´s dub en Turkse funk.”

Eind dit jaar spelen jullie op een nog een bijzondere, Amsterdamse locatie.
Jac: “Op 24 november staan we in Carré. We vinden het heel leuk om onszelf en anderen te verrassen. Zo ook met deze unieke locatie. In de afgelopen acht jaar hebben we een heleboel aparte dingen gedaan. We speelden met een dansgroep, het Nederlands Blazers Ensemble en deden samenwerkingen met Jiggy Djé en Jan Akkerman. Ook presenteerden we eens een album in Trouw. Carré is een leuke nieuwe stap, zelfs de stoelen gaan er in november uit. We hebben nog negen maanden om er keihard aan te werken. We kijken er enorm naar uit. Maar eerst Paradiso!”

Paradiso viert op 29, 30 en 31 maart haar 50e verjaardag. Aansluitend op dit openingsweekend wordt in het Amsterdam Museum de tentoonstelling Paradiso 50 Jaar georganiseerd. Die is te bezoeken tot 19 augustus.

Dit artikel is ook te lezen op de website van I Amsterdam.