Ed van der Elsken

Beeld: Joy Tengker

JULLIE ZIJN HELE APARTE MEISJES

Ze zijn niet te missen: de tweeling van Ed van der Elsken, te zien op iedere poster van het Stedelijk Museum die nu door de stad hangt voor de tentoonstelling De Verliefde Camera. De mooie, mysterieuze meisjes hebben iets onwerelds, maar het zijn toch echt gewoon twee Amsterdamse zussen, toen zestien, nu zevenenzeventig.

Gina en Joy gingen bij ze op bezoek, in het eerste deel van hun drieluik over mensen die door Van der Elsken geportretteerd zijn. Wat is hun herinnering aan Ed en eigen verhaal achter de foto?

NACHTBRAKERS NAAR LELYSTAD

Sinds een week of twee is het lente. Althans, nog niet écht, maar wel op iedere straathoek in Amsterdam. Daar word je geconfronteerd met de grote zwart-witfoto van de tweelingzussen Gina en Sonja Kruiswegt. Ze dragen ieder dezelfde kokerrok, daarboven een overslag T-shirt en loshangende haren, subtiel glinsterend in de zon. Het is een van de bekendste foto’s uit het oeuvre van Ed van der Elsken. Toch is er over de zussen zelf weinig bekend. Daarom reisde Nachtbrakers af naar Lelystad voor koffie, koekjes en verhalen over “toen”.

Bij binnenkomst wordt de deur geopend door Gina. We hebben bij haar thuis afgesproken. Sonja  woont om de hoek. Gina draagt haar rode haren los, een cowboyvest met sliertjes en een lange hippiejurk tot op haar enkels. Op de bank zit haar zus met blote voeten en in felrode kleding. Om ons heen staan zelf beschilderde gitaren en aan de muur hangt een echte slangenhuid. Daartegenover staat een kooi waaruit uit het krauwen van Gina’s papegaai klinkt. “Dat is Coco, daar moet je niet op letten. Hij wil aandacht.”

BRUTALE MEISJES

Ze zagen de foto voor het eerst in het Rijksmuseum. Sonja weet nog dat haar dochter haar een klein boekje gaf waar ze in stonden. Dat vond ze een rare ervaring. Kort daarna gingen de zussen samen naar het museum, waar ze er achter kwamen daar daadwerkelijk te hangen.

Op de foto kijkt Sonja in de lens, Gina tuurt naar iets in de verte, net buiten het beeld. Gina: “Het is heel lang terug hoor, alweer zestig jaar. We waren zestien. Ik weet nog dat hij opeens voor ons stond, die jonge fotograaf. Hij zei tegen mij: ‘Jullie zijn hele aparte meisjes, jullie moeten op de foto. Ik keek destijds iedereen direct aan en daarna van mensen weg, dat zie je ook op de foto.” Sonja: “Ik vertrouwde mensen niet snel, dat is nooit écht veranderd. Dat we brutale meisjes waren, flirterig en zo, dat klopt in onze beleving helemaal niet.”

LOONBRIEFJE IN DE KACHEL

Gina en Sonja (1939) groeiden op in een gezin met zeven kinderen. Een groot deel van hun jeugd woonden ze op de Tweede van der Heijdestraat, vlakbij de Albert Cuyp. Volgens Sonja waren het kleine huisjes waar hun bedden bovenop elkaar stonden voor ruimtebesparing. Sonja: “Ik herinner mij dat mijn vader zijn geld ontving in de vorm van loonbriefjes. Hij gooide eens zo’n briefje in de kolenkachel. Wat een ellende was dat toen, zeg! Geen idee hoe we de maand doorkwamen.”  Gina: “De huur werd toen nog opgehaald in een envelop aan de deur.” Ook herinneren ze zich de buurtfeesten met het straatdansen. Gina: “Er werd altijd een grote speaker neergezet. Rock-‘n-roll was heel erg in. Niemand had haast in die tijd. Je hoefde nergens heen en er werd niet op je gewacht.”

INDIANEN EN OLIFANTEN

1956. Op de Nieuwmarkt stond het Duitse circus Frans Althoff. De zussen liepen langs en werden opgemerkt. Een paar dagen later stond er een vrouw aan de deur. Het circus wilde ze hebben voor een nummer met indianenmeisjes, zij als jonge danseressen. Gina en Sonja vielen op door hun lange zwarte haren. Gina: “Thuis hadden we het krap omdat we met zo veel waren. Het kwam eigenlijk wel goed uit.” In de jaren vijftig bestond de schoolplicht nog niet. Sonja: “Het waren hele andere tijden. Ik heb de vijfde klas van de basisschool afgemaakt, mijn zus ging na de derde al van school.” Zo werden ze op de jonge leeftijd van dertien jaar aangenomen bij het circus en reisden door heel Europa, zelfs naar Egypte.

Ze werden getraind door echte circusartiesten. Gina zegt dat ze in de trapeze hingen en met olifanten werkten. “Op het begin is het heel vreemd hoor, op een olifant. Ze hebben van die lange haren op hun rug. Je stapte op via de poot en moest naar achteren leunen, niet naar voren, want dan kukelde je ervan af.” Gina danste later veel met slangen. Ze zag er uit als een zigeunerin in haar lange rokken,  nu en dan afgewisseld met korte exemplaren van luipaardprint. Sonja werkte vooral met leeuwen en tijgers, die liet ze door ringen springen. “Het leukste publiek waren de Amerikanen, al die militairen. Ze bewonderden ons enorm. We werden wel eens uit gevraagd voor koffie, maar dan gingen we niet!”

Beeld: Joy Tengker

VLINDERTATOEAGE

We krijgen oude foto’s in onze schoot. Daarop zien we Sonja met grote blonde krullen en zwart omlijnde ogen, precies zoals een jonge Brigitte Bardot. Sonja: “We hebben bijna twintig jaar in Italië gewoond – in Barria, in de buurt van Milaan. Daar werkten we ook. Een impresario stuurde ons overal naartoe.” Gina: “Cabaret met slangen vooral.” Sonja: “Maar ook met een tijger. Dan deden ze er gewoon een kooi omheen.” Door deze periode van afwezigheid konden de zussen niet achterhaald worden en wisten zij niet van het bestaan van de foto van Ed van der Elsken.

Sonja werkte in het circus tot haar 35e, Gina stopte rond haar 40e . Het vele rondtrekken pleegde roofbouw op hun lichaam. En de liefde? Zelf waren de zussen samen met circusartiesten. Gina kreeg vijf kinderen, Sonja vier. Iedereen reisde altijd mee, voortdurend waren ze onderweg. Vandaag is dat allemaal wat rustiger. Op Facebook staan foto’s van Gina en haar vriend. Hij heeft een boot en ze maken vaak samen tochtjes. Sonja wijst op haar borst, daar prijkt een tatoeage van een vlinder, met daarboven de naam van haar inmiddels overleden man Ted. “We hebben het heel goed gehad totdat hij in 2013 overleed.”

GITAAR EN BONGO

Nog steeds zijn ze veel buiten de deur. Gina: “Ik word in de buurt een beetje als een hippie beschouwd. Of ik dat erg vind? Soms val ik er een beetje buiten.” Allebei maken ze deel uit van een band. Gina: “Mijn vriend heeft een studio, daar oefenen we vaak. Ik bespeel vooral de gitaar en de bongo. Blues, country, rock, eigenlijk van alles.” Sonja lacht. “Ik kan heel goed zingen, vooral vals.”

Het is een uur of vier. Buiten stormt het. Er is zojuist code oranje afgegeven. Gina: “Jullie komen wel veilig thuis hè, meiden? Niet dat er een boom op het spoor valt en jullie in Lelystad moeten blijven!” Op onze laatste vraag, of ze hun eigen kinderen nu in deze tijd op dertienjarige leeftijd mee zouden geven aan het circus, is Sonja standvastig. “Nee, ik denk het niet. Ik heb een kleindochter van vijftien. Ze is bloedmooi en werkt als model, maar mijn eigen dochter reist áltijd met haar mee. Ze gaat nooit ergens alleen naartoe.”

 

 

 

Dit artikel is geschreven met dank aan Dorothee Ramaekers. In 2014 was zij assistent-conservator bij Stadsarchief rondom het boek Amsterdam! van Ed van der Elsken.